Het vorige stuk kwam het Inspectie-onderzoek naar verschillende hogescholen aan bod, naar aanleiding van gedoe bij Inholland. De universiteiten hielden zich in de hele affaire keurig buiten schot. Ergens is dat raar, want één van de problemen die werd geconstateerd in het Inspectie-onderzoek was dat de wet- en regelgeving niet goed werd nageleefd. Er is weinig reden aan te nemen dat dit probleem zich alleen tot hogescholen zou beperken. Niettemin werd de kwaliteit van het universitaire onderwijs niet in twijfel getrokken.

Dat die kwaliteit niet boven elke twijfel is verheven bleek echter bij de visitaties van de geesteswetenschappen in 2013/2014. In totaal 26 opleidingen bleken niet aan de kwaliteitseisen te voldoen. De onvoldoendes vielen vooral bij Geschiedenis, Kunst en Cultuur en Communicatie- en Informatiewetenschappen/Mediastudies. De schok die de uitkomsten teweegbracht was groot, media spraken over een (dramatische) slachting.

De universitaire gemeenschap pakte de accreditatieoordelen niet zo goed op. “De accreditatiecommissie is zelf onder de maat!” is daar wel het meest tekenende voorbeeld van. Universiteiten leren hun studenten reflecteren op zichzelf en hun werk, maar zijn daar helaas zelf niet altijd even sterk in.

Een andere bijzondere reactie is die van de decaan Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht: “Ik vind het vooral betreurenswaardig dat de term onvoldoende wordt gehanteerd. Het is veel meer een herkansing of een aangehouden advies, noem het dan ook zo.

Wellicht begreep de beste man het stelsel niet zo goed, want hier werd de plank flink misgeslagen. De NVAO kan op basis van een onvoldoende oordeel besluiten tot het toekennen van een herstelperiode (herkansing van een of twee jaar), maar dat doet niets af aan het oordeel zelf: onvoldoende, een oordeel dat het panel alleen geeft als: “De opleiding voldoet niet aan de gangbare basiskwaliteit en vertoont op meerdere vlakken ernstige tekortkomingen.” (definitie uit het accreditatiekader)

Vanwege de verregaande consequenties die een accreditatieoordeel heeft, gunt bovendien vrijwel ieder panel dat twijfelt over een onvoldoende, de opleiding het voordeel van de twijfel. Dat betekent dat de gegeven oordelen ook nog eens relatief mild uitvallen.

Je kan je afvragen of het retorisch morrelen aan hoe je een negatief oordeel noemt de oplossing is. De reacties vanuit de universiteiten werden, niet verwonderlijk, met enige spot ontvangen. De officiële reactie van alle decanen geesteswetenschappen getuigde gelukkig van meer reflectief vermogen, wat hoop geeft voor de toekomst. Hoewel ook daar (wat genuanceerdere) kritiek op de accreditatieaanpak gegeven wordt, spreekt er ook uit dat kritische opmerkingen serieus worden opgepakt.

Voor mensen die goed hadden opgelet, kwam de ‘slachting’ bij de geesteswetenschappen overigens niet als een verrassing. Een jaar eerder kwamen de resultaten van visitaties bij Rechten uit, en ook daar bleek van alles mis te zijn De kanttekeningen in de rapporten zijn meer dan genoeg reden om diverse opleidingen af te keuren. Toch hebben op één na alle opleidingen de eindstreep gehaald, veelal omdat ze beterschap beloofden. Het heeft sterk de schijn dat de commissies van deskundigen het bij de opleidingen Rechten niet aandurfden om een keer hard met de vuist op tafel te slaan. Zeker aan de universiteiten worden oordelen grotendeels gegeven door vakgenoten, en dan is het toch lastiger om kritisch te zijn. Hulde dus voor de vakbroeders bij de Geesteswetenschappen, die wel hun nek hebben durven uitsteken om de tekortkomende kwaliteit aan te kaarten.

Onze minister voelt echter wel mee met de klagers. In haar plannen voor de nieuwe accreditatiewetgeving gaat de ‘herstelperiode’ een andere naam krijgen. ‘Herstel’ klinkt namelijk te negatief. Het is maar waar je je druk om wilt maken. Helaas is dit tekenend voor de kwaliteit van de nieuw voorgestelde wetgeving, waarover meer de volgende keer.

János Betkó was ruim vijf jaar lang secretaris bij opleidingscontroles (‘visitaties’) door onafhankelijke experts en was als bestuurslid van de Landelijke Studenten Vakbond betrokken bij de totstandkoming van de huidige wetgeving op dit gebied.

 

De afbeelding is afkomstig van wikimedia commons

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.